Cyber-D

zondag 22 januari 2012

Vogelvrij

Maandag

Fred ziet vanachter het raam toe hoe Merel haar parelmoeren Fiatje Cinquecento inparkeert naast zijn Ford Mustang uit 1966. Ze opent het portier en plaatst haar hoge hakken op de klinkers. Ze stapt uit en fatsoeneert haar rokje. Haar blonde haren dansen rond haar gezicht. Haar prachtige lijf reikt voorover en ze grijpt een jasje van de achterbank. Voor een moment sluit Fred zijn ogen en fantaseert hoe dat eruit moet hebben gezien als ze naakt was geweest. Hij knijpt kort in zijn gezwollen lid en richt zich dan weer op zijn spreadsheet.

"Goedemorgen."

"Morguh."

Merel passeert zijn kantoor en doet het licht aan in haar eigen werkkamer. Het is haar derde week bij Aromatic Chemicals en ze heeft een eigen kantoor. Vanaf de eerste dag al. Hij daarentegen deelt zijn kantoorruimte met drie andere collega’s. Al vele jaren. Samen vormen ze de boekhouding. Zijn collega’s beginnen meestal niet voor half negen. Hij vind het heerlijk om het eerste uur alleen te zijn. Het is het meest productieve uur van de werkdag.

Merel steekt haar hoofd om de hoek.

"Is dat jouw auto?"

"Yep."

"Wauw, wat een geweldige kar. Ik wist niet dat jij zoiets had."

Ze loopt met gratie op haar hakken tot aan zijn bureau. Haar oogleden liggen als halve maantjes over haar ogen, langer dan elk ander ooglid dat hij ooit heeft gezien. Het geeft haar iets afstandelijks. Dit in tegenstelling tot haar volle lippen. Die lijken je naar haar toe te trekken alsof ze het centrum van de wereld is.

"Mijn nieuwste aanwinst. Zaterdag opgehaald."

"En wat een coole kleur"

"Candy apple red"

"Wat kost dat nou, zo’n klassieker?"

"Een rib uit mijn lijf."

Ze kijkt hem teleurgesteld aan.

Fred lacht goelijk en zegt: "Denken Financieel Analisten dan alleen maar in euro’s? Het gaat hier om een jongensdroom. Dromen zijn onbetaalbaar."

"Je moet altijd je dromen volgen" knikt ze bevestigend.

"Heb je zin om een keer een ritje te maken?" Hij probeert het ontspannen te laten klinken. Zijn gezicht kleurt rood tot achter zijn oren. Kon hij nu maar in de grond verdwijnen.

"Een keer, misschien…​ Zeg, ik ben bezig met een analyse van de productiekosten. Kun jij me helpen aan de inkoopbedragen van de top 20 grondstofleveranciers van het afgelopen jaar en de drie jaar daarvoor? Of moet ik daarvoor bij iemand anders zijn?"

Hij kijkt haar aan. Ze doet normaal, alsof ze niet ziet dat hij in een kreeft veranderd is. Dat is lief van haar. "Nee, dat kan ik wel voor je regelen. Ik ga dat alleen niet redden voor morgenmiddag."

"Morgenmiddag is goed"

En ze vertrekt weer zoals ze gekomen was: met gratie. Fred staart haar welgevormde, slanke kuiten na.

Woensdag

Fred is betalingen aan het verrichten. Saai werk, maar je moet wel je aandacht erbij houden. Gerard, de coördinator van de afdeling, zegt altijd: "Een betaling is een laatste controle op de juistheid van de gegevens. Als je niet oplet maak je het geld nog over naar de verkeerde bankrekening." In al die jaren dat Fred de betalingen doet, heeft hij nog nooit zo’n fout meegemaakt.

Gerard is sowieso een gehaktbal, vindt Fred. Een arrogante lul, die alleen zichzelf geweldig kan vinden. Maar hij is niet meer dan een omhooggevallen imbeciel. De werkrelatie tussen hem en Gerard is flink bekoeld, nadat Gerard er persoonlijk voor gezorgd heeft dat zijn aanvraag, bijna twee jaar geleden, om een opleiding te volgen, werd afgewezen. Gerard had dit gemotiveerd met een korte mededeling: "zo’n opleiding voor jou is weggegooid geld; er zijn toch geen doorgroeimogelijkheden". Dat was de druppel geweest. Sindsdien gedraagt Fred zich tegenover Gerard, alsof deze naar stront stinkt.

Met kracht drukt Fred een zware, mechanische stempel op een betaalde factuur. Op de factuur staat een afdruk met de tekst "betaald" en de datum van vandaag. In een monotoon ritme klapt de stempel neer, factuur na factuur. Fred geniet van het lawaai dat hij maakt. Hij ziet dat Gerard ongemakkelijk op zijn stoel draait en uiteindelijk met zijn koffiemok wegloopt. Voldaan neemt Fred wat kracht terug. Zijn collega’s grinniken.

Fred loopt naar het naastgelegen kantoor van Poul Visjes, de controller van Aromatic Chemicals, om te vragen of hij de betalingen in het computersysteem wil fiatteren. Daarna gaat hij achter zijn bureau zitten, wachtend op een vraag van Poul. Want Poul doet altijd een steekproef.

"Zeg Fred, kun je mij de facturen van Chevron Philips en Haskoning geven?" roept Poul vanuit zijn kantoor.

Shit, Chevron Philips, denkt Fred bij zichzelf. Het is onwaarschijnlijk dat Poul iets vreemds ziet aan de facturen, maar hij had liever dat hij naar een andere leverancier gevraagd had. Fred legt de facturen voor Poul op zijn bureau neer en neemt een afwachtende houding aan in de stoel tegenover hem. Poul glimlacht vriendelijk. Hij ziet er moe uit. Hij controleert de facturen met de gegevens die in het betaalsysteem staan. Fred begint te zweten en voelt dat zijn gezicht rood kleurt.

"Is er iets?" vraagt Poul als hij even opkijkt.

"Nee, niets" antwoordt Fred vlak. Zijn hart bonkt achter in zijn keel.

Poul vervolgt zijn controle. Na een eeuwigdurende anderhalve minuut overhandigt Poul de facturen aan Fred en zegt "Okay".

Fred wil snel opstaan, terug naar zijn bureau, maar Poul besluit een praatje met hem te maken.

"Zeg Fred, wat denk jij dat er aan de hand is met de fabriek? Met het verbruik van Paracymene, bedoel ik dan?" Hij maakt een kort knikje naar de facturen van Chevron Philips, één van de grootste leveranciers van de grondstof Paracymene in de wereld.

Fred haalt zijn schouders op. "Gerard komt er niet uit hè? Misschien dat Merel ontdekt wat Gerard al anderhalf jaar niet ziet? Ze is in ieder geval een stuk slimmer dan hij, denk ik." Hij heeft meteen spijt van zijn woorden.

De blik van Poul verstrakt voor een moment, maar ontspant al snel weer. Hij bijt zachtjes op zijn onderlip en zwijgt een moment. "Als slimheid nodig is om het probleem te achterhalen, dan zou zij dat inderdaad kunnen doen. Maar tot nu toe is niemand slim genoeg gebleken."

"Ach, misschien begint de fabriek ook wel oud te worden en verbruikt hij gewoon meer grondstof. Net als een oude auto. Die verbruikt ook meer als hij ouder wordt."

Poul knikt bedachtzaam. "Ja, misschien zullen we er nooit achter komen." zegt hij en met een lach voegt hij er aan toe: "Als het maar snel stopt."

Weer op zijn werkplek ruimt Fred de betaalde facturen op. Wat heerlijk makkelijk je geld verdienen, denkt hij bij zichzelf, als hij de facturen van Chevron Philips in een ordner stopt. Hij schrikt van de doordringende beltoon van zijn telefoon. Op het display staat ‘754 Peter V.’, de inkoper.

"Pe-ter-tjuh!"

"Ik moet je spreken. Over die Merel. Het heeft haast."

Poul Visjes zit achter zijn bureau met de handen in zijn haar. De schemering is ingevallen. Het schijnsel van de tl-bakken aan het plafond, samen met de automatenkoffie, typeren de kantoorgezelligheid. Naast Poul is er geen collega meer in het pand te vinden. De schoonmaakster heeft een paar minuten geleden zijn prullenbak in slow motion geleegd en slapjes met een stofdoek langs zijn bureau heen en weer gewapperd. Hij hoort haar nu met de prullenbakken op de boekhouding rommelen. Zijn vermoeide ogen rusten op een presentatie met meerjarenplannen en financiële prognoses. Hieraan heeft hij de afgelopen weken in het geheim gewerkt. Een presentatie waarmee hij en Rob den Hertog, de directeur van Aromatic Chemicals, volgende week woensdag een investeerder moeten overtuigen om hun management buy-out te financieren. Hij heeft twee versies van de presentatie gemaakt. Het verschil zit hem in de productie inefficiënties: de eerste versie doet alsof het probleem morgen gevonden en opgelost zal zijn en de fabriek weer functioneert als vanouds. De tweede versie gaat uit van een structureel flink lagere winst door blijvende productie inefficiënties voor de voorzienbare toekomst. Er is nog een verschil. In de ene versie zullen ze in staat zijn de rente en aflossing aan de investeerder te betalen, in de andere versie niet.

Poul wrijft met zijn handen over zijn gezicht. Die tweede versie zal de investeerder nooit te zien krijgen. Hij heeft hem alleen voor zichzelf gemaakt. Maar de cijfers van vorig boekjaar kan hij niet mooier maken dan ze zijn. De investeerder zal zeker vragen naar die dip in de winstcijfers. Een goed antwoord zal hij niet kunnen geven. Nog niet. Zijn hoop is gevestigd op Merel. Zal zij hem in de komende week van munitie voorzien om deze vraag van de investeerder af te kunnen schieten? Ze had tijdens het intakegesprek aangegeven dat ze verwachtte binnen een maand uitsluitsel te kunnen geven. Hij moet het weten voor woensdag. Poul opent zijn e-mail programma en typt een mailtje voor Merel.

Beste Merel,

    Aankomende woensdag presentatie bij investeerder. Kun je mij uiterlijk dinsdag informeren? Harde bewijzen zijn nog niet nodig. Ik wil alleen de investeerder geruststellen.

    Groet,

    Poul
Donderdag

Fred ziet Peter al zitten op het terras bij McDonalds als hij met zijn Ford Mustang over de parkeerplaats rijdt. Hij parkeert zijn auto op de invalide plek bij de ingang, zodat hij er zicht op kan houden vanaf hun tafeltje.

"Hé neefje" groet Fred.

De groet wordt beantwoord met een droog knikje.

Fred kijkt hem onderzoekend aan. "Zal ik trakteren? Misschien dat dat je wat opvrolijkt?"

Tien minuten later komt Fred terug en schuift een dienblad op tafel met twee Big Mac menu’s en een portie McNuggets. Fred hangt onderuit in zijn stoel. Zijn linkerhand hangt losjes langs de stoelpoot omlaag en zijn vingertoppen raken bijna de siertegel. Met zijn rechterarm hengelt hij de friet uit het kartonnetje, sleurt het door de frietsaus en propt het nonchalant in zijn mond. Peter stouwt de McNuggets één voor één naar binnen. Ze zwijgen in de voorjaarszon. Na een paar minuten vraagt Fred eindelijk: "Nou, wat is er aan de hand?"

Peter kijkt even opzij naar Fred en knikt vragend met zijn kin omhoog. "Wat vind jij van die Merel?"

Fred haalt zijn schouders op en probeert nonchalant over te komen. "Een mooie meid, hoe zo?" Hij voelt dat zijn gezicht kleurt.

"Ach godverdomme man, je begint toch niet verliefd te worden?"

"Wat kan jou dat schelen?" antwoordt Fred snibbig.

"Over negen maanden zitten we in Brazilië. Dan zijn we zo vrij als een vogel, hebben geld en kunnen we doen wat we willen. Vrouwen bij de vleet. Laat zo’n Hollandse mokkel alsjeblieft geen roet in het eten gooien."

In zijn fantasie ziet Fred zich al hand in hand met Merel over witte, Braziliaanse stranden rennen. Fred bijt op zijn lip, maar houdt zijn mond.

Alsof Peter zijn gedachten geraden heeft, barst hij in lachen uit: "Dromer".

Fred zwijgt gepikeerd.

Peter: "Serieus, ik vertrouw die meid niet. Ze is mij te nieuwsgierig. Ze vraagt naar dingen die ze helemaal niet hoeft te weten. En ook de manier waarop ze in dienst is gekomen. De functie van Financieel Analist heeft nooit bestaan. En dan pats-boem, zonder aankondiging, is er binnen één maand niet alleen een nieuwe functie gecreëerd, maar na slechts één sollicitatiegesprek, ook iemand voor aangenomen. Een meid, mooier dan je ooit had durven dromen."

Fred laat de woorden van Peter bezinken. "Wat wil je doen dan? Stoppen?" Dan denkt hij aan Gerard. "We hebben nog niet voldoende geld bij elkaar om te rentenieren hoor."

Peter wijst naar het kartonnen doosje op het dienblad: "Je Big Mac wordt koud."

"Ik heb niet zo’n honger, neem jij hem maar."

Vrijdag

Merel werkt op haar computer het verslag bij dat ze aan haar baas uit zal brengen. Het document bevat alleen nog algemene zaken, zoals de procedures en werkwijzen binnen Aromatic Chemicals, maar ze hoopt daar snel relevantere passages aan toe te kunnen voegen. Vanuit haar ooghoek ziet ze Fred in de deurpost staan. Hoelang staat hij daar al?

"Ja?"

"Ik was benieuwd hoe het je hier bevalt bij ons."

"Oh, ja goed. Dank je. Iedereen hier is zo behulpzaam. Echt hele fijne collega’s." Ze werpt hem een beleefd glimlachje toe.

"Is zeker wel heel anders dan je vorige baan, of niet?"

"Ach, dat valt wel mee."

Fred loopt ondertussen haar kantoor binnen en plaatst zijn rechtervoet op het zitvlak van de stoel die aan de andere kant van haar bureau staat. Zijn linkerhand steekt hij in zijn broekzak en met zijn rechterhand steunt hij op de rugleuning van de stoel.

Merel kijkt met gefronste wenkbrauwen naar Fred maar vervolgt haar verhaal zonder onderbreking. "De dynamiek is anders en je moet je inwerken in hoe dingen hier gaan, maar als puntje bij paaltje komt is het analyseren niet anders dan elders: je moet gewoon je boerenverstand gebruiken."

Fred knikt begrijpend. Haar mobiele telefoon gaat. Het gehuil van een wolf zwelt aan en vult de ruimte. "Oeh, creepy hoor, zo’n ringtone" reageert Fred.

Merel kijkt op haar telefoontje en verontschuldigd zich: "Sorry. Deze moet ik echt even nemen."

Fred maakt een gebaar van ga je gang.

"Privé"

"Oh natuurlijk. Sorry." Fred loopt onhandig het kantoor uit, gevolgd door Merel, die de deur achter hem sluit.

"Hoi Geert, wat heb je voor me?" groet ze haar collega aan de telefoon.

"Voer voor jouw hypothesen." antwoordt hij, "Een lijst met de kentekens van alle voertuigen die de afgelopen drie weken bij Aromatic Chemicals het terrein op zijn geweest, inclusief tijden: hoe laat, hoe lang, alles wat je hartje begeert. Als je nu in je mailbox kijkt, moet je hem als het goed is hebben."

"Geert, je bent geweldig." Merel opent de bijlage bij de mail en bladert er snel doorheen. De gegevens staan chronologisch in een spreadsheet en de laatste rij beschrijft een tankauto die gisteravond om 11:42 uur arriveerde en om 02:03 uur weer vertrok. "Hoe accuraat is deze lijst?"

"100% compleet en accuraat juffrouw. Vertrouw je me niet meer?"

"Ik wilde het even uit jouw mond bevestigd horen. Nou lekker, dan kan ik nu eindelijk aan de slag. Mijn complimenten voor je team en alvast een goed weekend hè"

Als het toegenomen verbruik van Paracymene niet veroorzaakt wordt door productieproblemen, maar door fraude of diefstal, dan zal Merel deze gegevens nodig hebben om dat aan het licht te brengen. Immers, elke goederenbeweging moet verantwoord zijn in de boekhouding. Geert heeft haar voorzien van een betrouwbaar overzicht van alle goederenbewegingen in de afgelopen drie weken. Nu is het haar taak om deze te traceren in de boekhouding. Ze neemt zich voor om daar dit weekend mee aan de slag te gaan, dan heeft ze geen pottenkijkers.

Zaterdag

Merel is de hele ochtend bezig met het lichten van vrachtbrieven uit de ordners van de boekhouding. Verwoed grist ze ordners uit de kasten op de boekhouding op zoek naar inkooporder 60112. Daarbij zal de vrachtbrief moeten zitten voor de levering van 15,000 kilo Paracymene, twee weken terug. Het is bewerkelijk om de vrachtbrieven terug te vinden, omdat de ontvangsten zo recent zijn. Maar Merel ruikt bloed en dat motiveert haar om onverbiddelijk voort te gaan.

Ha, inkooporder 60112, gevonden. De vrachtbrief zit eraan vastgeniet. Levering op zaterdag om 10:23 uur ‘s ochtends. Op de vrachtbrief staat de paraaf van Eric Busman, een ploegleider, die daarmee de ontvangst bevestigt en goedkeurt. Ze xeroxt de documenten en snelt naar haar kamer om de gegevens op de vrachtbrief te vergelijken met de lijst van Geert. Haar vinger glijdt langs de kentekens op het scherm voor die zaterdag. Niets. Geen fouten maken nu. Nog een keer kijkt ze door de lijst, beginnend bij de vrijdag ervoor tot en met de zondag erna. Langzamer nu. Nog steeds niets. Kijk aan. Ze heeft in de boekhouding een verantwoording gevonden voor een goederenlevering die nooit heeft plaatsgevonden. Een typisch gevalletje van fraude, glimlacht ze bij zichzelf. Maar wie o wie? Ze kan bijna het bloed van haar prooi ruiken en haar honger groeit naar onstilbare proporties. Maar ze moet voorzichtig zijn. Iedereen is een verdachte.

Dan klinkt de hoge tink van de liftbel. Geschrokken kijkt ze op. Het pand zou leeg moeten zijn. Ze loopt voorzichtig richting de hal en blijft op de drempel van haar kantoor staan. Van daaruit heeft ze zicht op het trappenhuis en de lift. Ze hoort nog net de liftdeuren stroef en hortend sluiten, maar ziet niemand in het trappenhuis. Haar hart bonkt in haar keel. Gespannen loopt ze naar de lift. Hij staat nog steeds op deze etage. Met een snelle beweging drukt ze op de knop om de deuren te openen en doet gauw een stap naar achteren. Ze laat de ingehouden lucht uit haar longen ontsnappen als ze tegen de kale schedel van de voorovergebogen plant manager aankijkt. Met een verbaasd gezicht komt hij overeind.

"Hoi Merel"

"Je liet me schrikken Kees"

"Oh sorry." Hij glimlacht afwezig en stampt met zijn voet op de metalen dorpel voor de liftdeuren. "Die zit hartstikke los. Je kan daar zo maar je nek over breken."

Merel wil zo snel mogelijk terug naar haar kantoor om de jacht voort te zetten. Ze groet Kees en draait zich om. Weer achter haar computer opent ze het boekhoudprogramma en logt in. Kundig manoeuvreert ze door de menu’s naar het zoekscherm voor inkooporders. Ze typt 60112 in het veld inkooporder en klikt op zoeken. Via de resultaten kan ze traceren of er voor de levering al een factuur is geboekt. Bingo. Factuurnummer 82372. Geboekt en …​ klik, klik…​ betaald. Yes! Ze veert op en maakt een vreugdedansje rond haar bureaustoel. Ver voor de vervaldatum. Hi, hi, hebberige fraudeurs.

Ze loopt naar de boekhouding en zoekt factuur 82372 op. Deze is netjes gearchiveerd op factuurnummer. Ze maakt ook daarvan weer een fotokopie. Het is een factuur van Chevron Philips Chemical Company. Die heeft ze vaker gezien. Ze bladert door haar stapeltje met facturen die ze die ochtend verzameld heeft en vist er één uit. Op het eerste gezicht zijn er geen verschillen te ontdekken. De kleur en dikte van het papier, de gebruikte lettertypes, het logo, allemaal identiek. Pas bij het vergelijken van de voorgedrukte gegevens ontdekt ze een afwijkend banknummer. Dat is het enige verschil dat ze kan ontdekken. Knap gedaan.

Met de blik van een overwinnaar in haar ogen schrijdt ze naar de kast waar de bankafschriften worden opgeborgen. Ze bladert beheerst naar de dag waarop de betaling in het systeem geboekt is en slaat rustig de bladzijden van het afschrift om. Ah, daar hebben we de bankrekening die op factuur 82372 staat. Voor het bedrag van 55,692 euro, overgemaakt op de rekening van Philips Chemicals. Slim. Die naam lijkt voldoende op die van Chevron Philips Chemical Company om door de naam/nummer controle van de bank heen te komen. En wie zitten er achter die Philips Chemicals?

Ze danst terug naar haar kantoor, opent de website van de Kamer van Koophandel en zoekt in het handelsregister naar Philips Chemicals. Slechts één resultaat. Ze gebruikt het account van haar werkgever om direct de gegevens van de onderneming in te kunnen kijken. De B.V. Philips Chemicals heeft precies twee bestuurders: Fred en Peter. De puzzelstukjes vallen op hun plaats.

Ze opent haar e-mail programma en stuurt een mailtje aan Poul Visjes, met een kopie aan Rob den Hertog. Die kunnen komende week opgelucht naar hun investeerder. Voldaan sluit ze haar computer af, ruimt alle ordners op en vertrekt om te genieten van de rest van haar weekend. Welverdiend.

Maandag

Fred is chagrijnig opgestaan en heeft zich met tegenzin naar het werk gesleept. Het hele weekend heeft hij nagedacht over Merel en wat Peter over haar zei. Het lukt hem niet zich te concentreren op zijn werk.

Poul Visjes is nog niet op kantoor. Fred voelt zich onbehaaglijk. Merel was vanmorgen bij hem gekomen om te zeggen dat ze volgende week wel een proefrit in zijn Mustang wil maken. Deze week heeft ze nog geen tijd; ze moet eerst een klusje voor Poul afronden. Dit mooie vooruitzicht had geen positieve impact op zijn humeur.

Hoe meer hij erover nadenkt, hoe onheilspellender zijn gevoel wordt. Van Wijna, de secretaresse van de plant manager, heeft hij gehoord dat Merel zaterdag overgewerkt heeft. Met welke spoedklus voor Poul is ze bezig dan? Hij weet niet beter, of ze moet de productiekosten analyseren. Wellicht een andere invalshoek kiezen. Maar de problemen met de productie duren al anderhalf jaar. Vanwaar die haast in ene?

Fred doet wat opruimwerkzaamheden en loopt met een paar facturen langs het kantoor van de directeur om ze te laten tekenen. Maar Rob den Hertog is er niet. Het is inmiddels half twaalf geweest en ook Poul is nog steeds niet op kantoor. Hij controleert de elektronische agenda van Poul. Er staan geen afspraken in voor deze ochtend. Zijn onrust loopt verder op. Even langs Peter. Het kantoor van Peter is leeg. Zijn buurman weet te vertellen dat Peter een lunchafspraak heeft met een leverancier in Rotterdam en dat hij pas na tweeën terug zal zijn.

Wist hij maar wat er gaande is. En welke rol Merel daarin speelt. Hij is het met Peter eens dat haar plotselinge aanwezigheid binnen Aromatic Chemicals verdacht is. Kon hij maar uitvogelen met welke opdracht ze echt bezig is. Kon hij maar in haar computer snuffelen. En waarom niet? Als ze niet op haar plek zit, kan hij zijn slag slaan. Maar hoe weet hij dat ze lang genoeg wegblijft? Ze luncht achter haar bureau, dus dat biedt geen mogelijkheden. Bovendien vergrendelt ze altijd haar computer als ze haar kantoor verlaat. Daar kunnen de jongens van de computerafdeling nog wat van leren. Wacht even. Zij kunnen via hun computer overal bij. Ze kunnen op afstand schermen overnemen, dat heeft hij ze wel eens zien doen.

Fred loopt naar het grote archief. Deze ligt naast de boekhouding en beslaat de rest van de verdieping. Hierin liggen alle documenten opgeslagen die ouder zijn dan een jaar en die bewaard moeten worden op last van de wetgever. Bijna tweehonderd vierkante meter vloeroppervlak met archiefstellingen gevuld met ordners en archiefdozen. Twee jaar geleden is er, wegens gebrek aan kantoorruimte, achterin het archief een kantoor gemaakt voor de afdeling IT. Daar zitten Martin en Willem. Zij zijn mannen van de klok. Ze beginnen altijd op een vaste tijd, vertrekken op een vaste tijd (geen minuut later) en klokslag twaalf uur vertrekken ze naar de kantine om daar precies een half uur te lunchen. En wanneer zij hun kantoor verlaten, vergrendelen ze hun computer niet. Ze vertrouwen erop dat hun screensaver dit binnen vijf minuten voor hen doet.

Het is tien voor twaalf en Fred dood de tijd in het archief door vlak bij het IT hok archiefmappen open te maken en net te doen of hij iets zoekt. Hij hoort Martin en Willem gemoedelijk kletsen en onbezorgd lachen. Zo te horen zitten zij de ochtend uit. De tijd verstrijkt tergend langzaam. Dan hoort hij Martin en Willem hun kantoor uitkomen. Ze zien hem niet en lopen kletsend naar het trappenhuis. Zodra hij de deur naar het archief dicht hoort vallen, rent hij naar het kantoor, gooit de deur open en gelukkig, de schermen zijn niet vergrendeld. Hij schuift achter de computer van Martin en zoekt op het bureaublad naar het icoontje van de applicatie waarmee je schermen kan overnemen. Dan bedenkt hij zich. Als Merel achter haar computer zit, ziet ze elke beweging op het scherm die hij op afstand maakt. Shit. Koortsachtig zoekt hij naar een oplossing. De computerklok geeft aan dat het 12:03 uur is. Eerst eens kijken of hij in haar mail kan kijken.

Aromatic Chemicals gebruikt Lotus Notes als e-mail programma. Martin heeft de versie voor beheerders openstaan. Je kan daarmee elke mailbox van elke gebruiker die op de server staat openen en bekijken. Na enig zoeken in de applicatie vindt hij eindelijk hoe hij de mailbox van Merel kan openen. Zijn ogen lopen langs de titel en afzender van de mailtjes die in haar inbox staan. Een mailtje van Poul met de titel ‘Urgent - terugkoppeling nodig’ trekt zijn aandacht. Even lezen. Hé, investeerder? Harde bewijzen zijn nog niet nodig? Waar gaat dit over? Fred krijgt het gevoel dat onaangename dingen op het punt staan te gebeuren. Gehaast bekijkt hij alle mailtjes die Merel de afgelopen dagen heeft ontvangen. Het mailtje van ene Geert bevreemdt hem; een lijst met de gegevens van alle auto’s die het terrein op geweest zijn. Het e-mailadres geeft aan dat het verzonden is van hoffmannbv.nl. Hij opent de webbrowser en typt het webadres in. Zijn gezicht trekt bleek weg als de welkomstpagina van Hoffmann bedrijfsrecherche aan hem getoond wordt. Verdoofd kijkt hij nu naar haar verstuurde e-mails. Zaterdag, een mailtje aan Poul. Hij leest het. Op euforische toon doet Merel hun hele zaakje uit de doeken. Hij en Peter worden met name genoemd. Hoe had hij zo blind kunnen zijn, dat hij dit niet heeft zien aankomen? Een kopie van het mailtje is gestuurd aan Rob en iemand van Hoffmann. Fred opent de mailbox van Poul en veert overeind. Het mailtje is nog ongelezen. Met een druk op de knop verwijderd hij het bericht. Dan opent hij de mailbox van Rob den Hertog. Een zucht van verlichting, deze heeft het bericht ook nog niet gelezen. Hij verwijderd de mail ook uit Rob’s inbox. Het is 12:26 uur. Hij vergrendelt het scherm en vertrekt.

Fred zit achter zijn bureau en overpeinst zijn volgende stap. Er zit niets anders op dan dat ze eerder dan gepland naar het buitenland vertrekken. Hij kan Peter niet bereiken op zijn mobiele telefoon. Hij heeft een boodschap ingesproken en een sms gestuurd om hem te vertellen dat ze gesnapt zijn. Vluchten is hun enige optie. Maar hoelang hebben ze nog? Hoelang duurt het voordat de politie hier op de stoep staat of voordat ze niet meer door de douane heenkomen? Vragen, vragen, maar geen tijd om erover te piekeren, want Fred ziet de auto van Poul de parkeerplaats oprijden. Onder geen beding mogen Merel en Poul elkaar zien. Het is tijd om te handelen.

Merel zit achter haar bureau. De rest van de boekhouding is nog aan het lunchen. Ze zullen elk ogenblik terug kunnen komen. Fred luistert in het trappenhuis geconcentreerd of hij sloffende voeten de marmeren treden hoort beklimmen. Niets. Met een klap slaat hij het glas van de brandmelder in en ogenblikkelijk zwelt een schelle sirene aan. Een paar grote sprongen en hij staat voor de deuropening van Merel’s kantoor. Merel is opgestaan en staat vlak voor zijn neus. Ze reageert op het alarm en wil naar buiten. God, wat een heerlijk parfum. Hij duwt haar terug haar kantoor in en sluit de deur. Merel kijkt hem met schrik in haar ogen aan. Voor ze een geluid kan maken, legt hij zijn hand stevig over haar mond. De rol brede plastic tape, die hij in zijn linker hand vasthoudt, legt hij op het bureau neer, zodat hij beide handen vrij heeft. Even wachten tot Martin en Willem zich buiten op het verzamelpunt hebben gevoegd, dan heeft hij de verdieping voor zich alleen. Merel stribbelt niet tegen. Na een minuut laat hij zijn hand los en kijkt haar strak aan. Zij kijkt terug. Fred interpreteert haar blik als schuldbewust en berustend.

"Waar is je toegangspasje?"

Merel wijst gelaten naar haar bureaulade en Fred grabbelt haar pasje eruit. Hij zal haar uitklokken, zodat ze op het verzamelpunt niet gemist zal worden.

Zonder wat te zeggen begint hij de plastic tape om haar hoofd te wikkelen, tot haar mond gesnoerd is. Hij opent de deur en kijkt links en rechts of de kust vrij is. Hij leidt haar aan haar hand naar het best beschutte deel van het grote archief en zet haar met haar rug tegen een archiefstelling. Hij gebaart dat ze haar arm schuin omhoog moet steken en ze gehoorzaamt. Hij tapet haar pols royaal aan het metalen frame. Daarna de andere. Ook haar beide enkels tapet hij aan de stelling. Hij kijkt in haar ogen en zij kijkt terug, neutraal nu. Hij voelt spijt dat hij haar achter moet laten, dat hun relatie zich zo anders ontwikkelt heeft dan hij had gehoopt. Hun blik houdt een paar seconden aan, maar voor Fred lijkt het een mensenleven. Dan kust hij haar stevig op de mond en vertrekt. Weg. Naar Schiphol, zijn maag volgepakt met zenuwen of hij Brazilië zal bereiken of niet. Hij maakt zich zorgen om Peter.

Een woensdag

De bewaker duwt zijn karretje met de middaghap en de post over de galerij met dieprode, metalen deuren. Bij cel 17 grabbelt hij in het stapeltje met post en pakt een envelop die gericht is aan de gedetineerde Peter Vloers. Hij werpt een blik door het kijkgat, opent het venster en roept "Pe-ter-tjuh!", waarna hij de lunch met de envelop naar binnen schuift.

Binnen in de cel staat Peter op van zijn brits en neemt de lunch van het plateau. Hij bekijkt de envelop. Deze is opengemaakt. In de envelop zitten samengevouwen, handgeschreven velletjes papier. Hij neemt ze eruit en leest:

Hoi neefje,

    Ik denk veel aan je. Ik hoop dat mijn gedachten je tot steun zijn. Ik koester onze telefoongesprekken van de afgelopen maanden. Ik hoorde van je moeder dat je over drie jaar vrijkomt, mits je je goed gedraagt. Dat zal voor jou geen probleem zijn: je bent de braafste crimineel die ik ken (en mijn meest favoriete neefje).

    Het Portugees dat ze hier in Brazilië spreken is lastig onder de knie te krijgen. De mensen hier zijn erg met muziek bezig. Heel relaxt allemaal, alleen van die Bossa Nova word ik schijtziek. Ik mis Nederland wel. Ik hoop dat je na je tijd in de Koepel mij op wilt komen zoeken. Als dat niet lukt, is ook goed hoor. We zien elkaar uiteraard over twaalf jaar, wanneer mijn zaak verjaard is. Dan kom ik weer naar Nederland.

    Maar ik schrijf je, omdat ik slecht nieuws heb. Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. Ik heb geprobeerd jouw en mijn opbrengsten uit onze onderneming te vergroten, zodat we daarvan kunnen rentenieren. Hierbij heb ik grote risico’s genomen en dat heeft niet goed uitgepakt. Helaas is ons vermogen verdampt. De financiële markten zijn soms meedogenloos. Ik laat dit nieuws op je inwerken. Ik bel je een week of twee nadat je deze brief hebt gehad om er met je over te praten.

    Hou je haaks,

    Fred