De schrijfwedstrijd
Janneke wurmde zich onhandig door de deuropening met twee zware boodschappentassen in haar handen en een beslagen bril op haar neus. Het water stroomde van haar halflange grijze haren over haar gezicht. In de paar meter van haar auto naar de voordeur was ze totaal verregend. Ze zette de tassen met een plof in het halletje neer op de eerste vrije plek die ze zag en trok snel haar doorweekte jas uit. Met een doekje droogde ze haar bril en ze sleepte de boodschappen naar de keuken. Ze gleed bijna uit over het touw van Benny.
Het huis was inmiddels lekker warm, Janneke had zich gedoucht en ze nestelde zich in haar joggingpak op de bank met een bord kant-en-klare macaroni uit de magnetron. Benny zat kwijlend naast haar. Het begin van een lang en knus leesweekendje. De weersvoorspellingen waren deprimerend en ze voelde medelijden met haar man die dit weekend met een paar vrienden de vijftigste verjaardag vierde van de Benjamin van hun fietsclubje. In een huisje in Limburg.
Onder het eten zapte ze langs de tv-zenders en bleef hangen bij een documentaire op National Geographic. Haar telefoon piepte, een e-mail. Van Jeroen? Verbaasd opende ze de mail en las:
Beste juryleden, Vandaag heeft een van de schrijvers zijn verhaal van de short list teruggetrokken. Ik stuur jullie de runner up ter beoordeling. Graag jullie commentaar en cijfer uiterlijk aanstaande maandag naar mij retour. Bekendmaking van de winnaar kan dan volgende week vrijdag volgens schema plaatsvinden. Groet, Jeroen
Het was wat zakelijker opgesteld dan wat ze van Jeroen gewend was. Geen woord over welk verhaal uit de competitie gehaald was of waarom. Had de schrijver geweten dat hij tot de beste vijftien was doorgedrongen? Ze had niet eerder gehoord dat een verhaal werd teruggetrokken. Heel opmerkelijk.
Bij de e-mail zat een Pdf-document. De auteur ging schuil achter de pseudoniem 'Hellboy' en de titel van het verhaal was 'De schrijfwedstrijd'. Janneke glimlachte om de titel, hoe toepasselijk. Ze maakte zich een voorstelling waar het verhaal over zou kunnen gaan. Het moest een spannend verhaal zijn en met deze titel kon haar fantasie wel uit de voeten. Toen draaide ze haar toestel een halve slag en begon te lezen.
Beduusd liet Janneke haar telefoon zakken. Ze had het verhaal halverwege even aan de kant gelegd, ze kwam er niet doorheen. Ze had eerst Benny uitgelaten, het regende ook even iets zachter. Daarna had ze verder gelezen, haar hoop gevestigd op een spannende wending of ontknoping, maar helaas. Hoe was het mogelijk dat dit verhaal door de voorselectie zo hoog gewaardeerd werd? Minstens vier personen moeten dit verhaal gelezen hebben en die vonden het allemaal fantastisch? Ongelooflijk. Het was saai! Een ordinaire slasher, waarin het ene na het andere jurylid van een schrijfwedstrijd bruut om het leven werd gebracht door een afgewezen, gefrustreerde schrijver. De wedstrijd uit het verhaal heette 'De Blauwe Boon', net als waar het in meedingde en dat vond ze luguber. Maar verder was het simpelweg niet interessant. Het ontbrak aan opbouw, het ontbrak aan spanning, het ontbrak aan stijl. En die dialogen! Die waren zo ongeloofwaardig dat plaatsvervangende schaamte zich tijdens het lezen meester van haar maakte.
Dit kon niet waar zijn. Wie dwaalde hier? Zij of de voorselecteurs? Dit moest ze even bespreken met Greet, collega-jurylid, en iemand die net als zij al jaren thrillers recenseerde op een populaire boekensite. Ze stuurde een appje:
"Heb je 'de schrijfwedstrijd' al gelezen?"
Het duurde even voor het antwoord kwam.
"Ik moet nog beginnen."
Janneke verbeet haar ongeduld.
"Ben hééél benieuwd wat je ervan vind."
Ze legde haar telefoon aan de kant.
Buiten viel de schemer in en ze zag Rico, haar buurman, met zijn dikke bulldog zijn tuinpad afwandelen om een ommetje te maken. Ondanks de dikke jas die hij droeg, kon Janneke zien dat hij weer magerder geworden was. Zijn polsen werden magerder, zijn gezicht werd magerder. Hoe oud was hij nu, 47 jaar? En dan al in de herfst van zijn leven. Hij was uitbehandeld, had ze van een buurvrouw gehoord. In het tempo waarin hij achteruit ging, verwachtte Janneke niet dat hij er volgend jaar nog zou zijn.
Ook zij was met haar 61 jaar in de herfst van haar leven. Maar haar herfst was een 'indian summer'. Ze was gezond, zat vol levenslust en kon nog alles doen wat ze wilde - ja, wel met leesbril en ook haar knie speelde op met traplopen. Maar ze wist dat ze bevoorrecht was en daar was ze dankbaar voor. In deze levensfase waren ambities langzaam weggeëbd, ze hoefde zich voor niemand meer te bewijzen. Op haar werk werd ze gewaardeerd. Haar droom om een boek uit te geven had ze losgelaten en ze had zich verzoend met het genieten van al het moois dat andere mensen schreven. Toch, heel af en toe kon ze het niet laten en schreef ze een kort erotisch verhaal. Lang niet slecht vond haar man. En dat was voldoende.
Iets vroeger dan gebruikelijk liet ze de rotan rolgordijnen in de keuken zakken.
Het lawaai van een brommer voor haar deur onderbrak haar wachten op een berichtje van Greet. Een minuut later klonk de deurbel. Aarzelend opende ze deur, ze verwachte niemand, en voor haar stond een korte, slanke jongen met een grote helm op. Hij droeg een zwarte Clark Gable snorretje, waarmee hij er vast ouder uit probeerde te zien dan hij was. Janneke moest glimlachen. Hij stak haar een pizzadoos toe en deed een stap naar achteren. Overdonderd bleef ze ermee in haar handen staan.
"Ik heb niets besteld" zei Janneke en schudde niet-begrijpend haar hoofd.
"Botervlinder 88?" vroeg de jongen.
Janneke knikte.
De bezorger haalde zijn schouders op. "Dan is het voor u" zei hij en vertrok.
Janneke nam de pizza mee naar binnen in de hoop dat daar het mysterie opgelost zou worden. De doos voelde warm aan en ze legde hem op de eettafel terwijl Benny geïnteresseerd kwam kijken. Hij rekte zich uit terwijl Janneke de doos opende. Bovenop de pizza quatro formaggio lag een envelop met op de voorkant een tekening van een monsterlijke, rode man die haar onaangedaan aankeek, zijn mond tot een streep gevormd. Zijn bovenlijf was ontbloot. Hij was groot, gespierd en zijn rechter onderarm leek veel dikker dan de andere, alsof het helemaal opgezwollen was. Hij hield een groot pistool vast met vijf lopen waar rook uit opsteeg. Het mysterie werd alleen maar groter. Ze opende de envelop en haalde er een wit vel papier uit waar krantenletters op gelijmd waren: "Ik weet waar je woont".
Ze wist niet of ze moest lachen of schrikken. Bedreigingen via krantenknipsels kwamen zo gedateerd op haar over, dat werd toch al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw niet meer gedaan? Ze staarde naar de envelop in haar hand en draaide het rond. Er viel haar niets anders op dan een paar vetvlekken op de achterkant. Hoewel ze net gegeten had, kreeg ze toch wat trek door de geur van de pizza. Haar telefoon ging over en ze schrok op. Ze haastte zich naar de bank om op te nemen. Ze zag op het scherm de naam van haar man Bas staan.
"Hoi" zei ze.
Bas had direct door dat er iets was. De toon in haar stem was anders. Ze klonk van slag en dat was zijn Janneke niet snel. "Hoi, wat is er?"
Janneke dacht vlug na. Het had geen zin om het er nu met Bas over te hebben. Hij kon niets doen en ze wilde zijn weekend niet verpesten. "Niets" zei ze, "Ik ben net ergens van geschrokken, maar het heeft niets te betekenen. Vertel, heb je het naar je zin daar?"
Janneke wist haar stem op tijd weer opgewekt te laten klinken en zijn argwaan verdween naar de achtergrond. Hij vertelde over zijn belevenissen van die dag.
Na het gesprek liep Janneke terug naar de pizza. Hier moest ze wat mee, dat was zeker. Benny zat geduldig naast de tafel te wachten met zijn neus snuffelend in de lucht. In haar hoofd stak een storm van vragen op, waarvan ze wist dat ze er niet één van zou kunnen beantwoorden. Niet zonder extra informatie. Opnieuw rinkelde haar telefoon. Ze kwam maar langzaam los uit haar overpeinzingen en nam op.
"Heb jij ook een pizza gekregen?" klonk een vrouwenstem opgewonden in haar oor.
Het was Greet. Had zij net als haar een pizza gekregen?
"Van Hellboy?!" vervolgde Greet, waarbij ze haar stem liet dalen alsof ze spookverhaal vertelde tegen een klein kind.
"Ja, met knip-en-plakwerk als bijgerecht" zei Janneke droog.
Beide vrouwen hielden even stil, alsof ze aanvoelden dat meligheid nu niet op zijn plaats was.
"Maar hoe weet jij dat het van Hellboy is?" vroeg Janneke.
"Op mijn envelop staat een tekening van Hellboy" zei Greet. "Ik herkende hem van een film. En ik heb hem net opgezocht op internet."
"Sinister." zei Janneke, "Ik heb er geen goed gevoel bij."
"Ik denk dat we de rest even moeten inlichten. Via de app of zo." zei Greet.
Bijna gelijktijdig liet hun GSM een meldtoon horen, een binnenkomend bericht. Janneke was net iets eerder dan Greet. "O. Hugo heeft ook een pizza gekregen" zei ze.
In de jury chatgroep keek ze naar een foto van een pizza met envelop en een briefje. Hugo had de foto geplaatst met de tekst "Wie is hier een grappenmaker?"
"Greet", zei Janneke, "We gaan hangen. Even in de chat."
Er ontspon zich een levendige draad waarin ook Ingrid zich meldde. Ook bij haar was een pizzakoerier aan de deur geweest. Een dikke jongeman. Nee, geen Clark Gable snorretje. De berichten vlogen over en weer met een snelheid zoals je dat bij tieners ziet. Plotseling een bericht van Hugo: "Waar is Jeroen?" Jeroen, de juryvoorzitter had zich niet geroerd. De teksten stokten op haar scherm. Toen verscheen de melding in de app: 'Jeroen typt…'
Janneke hield haar adem in. Het duurde niet meer dan een paar seconden voordat het bericht van Jeroen verscheen: een video. Meteen klikte Janneke op afspelen. Ze sloeg haar hand voor haar mond toen ze Jeroen herkende achter een oude gammele tafel met zijn rug tegen een kale muur. Zijn hoofd boog omlaag, het was alsof hij huilde. Zijn stropdas was opengetrokken en hing schuin halverwege zijn borst. De bovenste knoopjes van zijn blouse waren losgesprongen, de stof was smoezelig en hing als een vod rond zijn schouders. Ze zag rode plekken onder zijn sleutelbeen, hij zag eruit als een afgeranselde zwerver. Toen hief hij zijn hoofd iets op en las van een papier die hij met één hand schuin omhoog hield.
"Beste juryleden. Naast mij zit Hellboy. Hij wil dat jullie zijn verhaal, de schrijfwedstrijd, als winnaar aanwijzen. Dat moeten jullie vanavond doen. Een mooi rapport met genoeg punten om eerste te worden. Als jullie dat niet doen…" Zijn stem sloeg over en hij slikte een brok in zijn keel weg. "Als jullie dat niet doen…" Jeroen keek strak naar de bovenrand van zijn vel papier en haalde diep adem. "Dan vermoord hij me!" piepte hij er achteraan.
Janneke keek verbouwereerd naar het scherm. Toen bewoog een zwarte staaf met twee metalen puntjes in beeld die tegen de borst van Jeroen geduwd werd. Daarna gleed hij heftig schokkend van zijn stoel af en verdween onder de tafel. Einde filmpje.
De laatste beelden smeulden nog na in haar hoofd. Er werden geen berichten meer geplaatst in de chat, het scherm leek bevroren. Jannekes hersenen draaiden op volle toeren. Ze moest iets doen, maar wat? Impulsief belde ze het nummer van Greet. Daarna die van Hugo en Ingrid en binnen een minuut had ze een conference call opgezet met hun vieren. Na de eerste paar chaotische minuten van getier, vertwijfeling en ongeloof, stelde Janneke de vraag: "Wat gaan we doen? Gaan we op zijn eis in?"
"We hebben geen keus." zei Greet.
Ingrid beaamde.
"Maar Mon Dieu! Het gaat verdomme wel om 'De Blauwe Boon'. We kunnen niet zomaar deze pulp tot winnaar uitroepen. Hebben jullie het al gelezen? Het is verschrikkelijk!" riep Hugo.
Hugo had gelijk. De blauwe boon was een prestigieuze schrijfwedstrijd en voor veel winnaars een opstap om een contract met een uitgever binnen te slepen. Niemand zou geloven dat dit de beste inzending was, niemand zou geloven dat het überhaupt de shortlist bereikt had. Het zou de reputatie van de wedstrijd naar de knoppen helpen.
"Oké, oké" haastte Janneke zich te zeggen, "Maar we moeten ook aan Jeroen denken"
"Ik heb nog een verhaal liggen" zei Ingrid, "Misschien kunnen we dat gebruiken? Zetten we zijn naam erboven. Of Hugo, misschien heb jij ook nog iets liggen?"
Hugo aarzelde. "Als uitkomt dat we als jury chantabel zijn, dan kunnen we elk jaar wel een ontvoering of dreigement verwachten? Ik denk dat we beter de politie erbij kunnen halen."
Er werd terughoudend gereageerd. Politie was in de verhalen die zij schreven en lazen niet altijd even doortastend. Pling. Een nieuw bericht. Janneke dempte het geluid van de telefoon en keek in de chat. Er was een audiobericht geplaatst via het account van Jeroen. Ze speelde het af.
"Hé Hugo, lullo" klonk een hese fluisterstem alsof hij de Godfather nadeed,"De voorzitter heeft een bericht voor je." Er klonk wat gestommel, het geknetter van de taser en geschreeuw en gespartel. Daarna keerde de stem terug. "Hoor je dat? Hij zegt: geen politie en geen geouwehoer. Capito!"
"Godverdomme" zei Hugo verslagen, "hij luistert mee."
Pling. Een nieuw tekstbericht in de chat via Jeroen: "Mijn verhaal en geen ander wordt de winnaar. Jullie mogen hem wel bijschaven, het is nog een ruwe diamant." Achter de laatste zin een smiley.
"Die vent is knettergek", dacht Janneke.
Janneke liet haar telefoon bijna uit haar hand vallen toen deze trilde en zoemde. Het scherm toonde een binnenkomend wisselgesprek. Het was Bas. Haar toestel gaf haar twee opties: groen om op te nemen of rood om op te hangen. Nu was niet de tijd voor Bas. En bovendien werd dat gesprek ook afgeluisterd, vast wel, ze zou hem niks kunnen vertellen. Maar Bas belde nooit twee keer op een avond als hij weg was. Er moest iets gebeurd zijn. Kutzooi. Ze koos voor de rode knop.
De sfeer in het groepsgesprek was aangeslagen. Hugo had nog een keer gevloekt, maar verder bleef het stil. In Janneke borrelde de behoefte aan grip. Het enige wat ze wilde was dat Jeroen veilig terug zou komen. En ze wilde tijd. Om haar gedachten te ordenen, want in haar hoofd heerste kortsluiting: er klopte iets niet.
"Hugo, Ingrid, kunnen jullie het verhaal bijschaven, zodat we enigszins een geloofwaardige winnaar hebben?" vroeg Janneke.
Naast Jeroen waren Hugo en Ingrid broodschrijvers en de aangewezen personen om deze vraag aan te stellen. Hugo zuchtte. Ingrid zweeg.
"Ik weet niet of we dat voor elkaar krijgen" zei Hugo.
"In zo’n korte tijd" vulde Ingrid aan.
"We moeten het proberen." zei Greet, "Voor Jeroen."
Ja, voor Jeroen. Die woorden zette Hugo en Ingrid in beweging. Ze zouden via een online tekstverwerker samen het verhaal bijschaven en over twee uur contact opnemen om hun voortgang met de groep te bespreken. Greet wilde alvast de juryrapporten uitwerken om in te sturen.
Nadat ze opgehangen hadden was Janneke weer alleen met haar hoofd vol vragen. Ze liep de woonkamer in om haar notitieboekje uit het dressoir te pakken. In dit blok maakte ze aantekeningen wanneer ze een boek recenseerde. Het waren pagina’s vol goede herinneringen. Ze bladerde naar de eerste lege bladzijde. Daarop zou ze de gebeurtenissen van een van de zwartste pagina’s uit haar leven noteren en analyseren.
Misschien was dit niet veel anders dan het analyseren van een boek. Janneke schreef boven aan de pagina 'Hellboy' en begon op te sommen wat ze van hem wist. Eerst de feiten, zaken die niet voor meerdere uitleg vatbaar waren. Ze schreef het volgende op:
-
Hij weet waar we wonen
-
Hij heeft Jeroen ontvoerd
-
Hij schrikt niet terug om geweld te gebruiken
-
Hij kan onze telefoongesprekken afluisteren
-
Hij is een gefrustreerde schrijver
Achter de laatste stelling noteerde ze '90%' om aan te geven hoe zeker ze daarvan was. Achter een aantal feiten schreef ze 'hoe?' Want hoe weet hij waar ze woonden? Hoe kan hij onze gesprekken afluisteren? Daar zal een lange voorbereiding aan vooraf zijn gegaan. En ze schreef op: Hoe denkt hij hiermee weg te komen? Hoe voorkomt hij dat hij gearresteerd wordt bij de prijsuitreiking? Werkt hij misschien niet alleen en kan hij ook na vandaag de dreiging stand laten houden? Of komt hij de prijs niet ophalen of laat hij het iemand anders ophalen? En Jeroen, zou Jeroen hem gezien hebben? En hoe kan hij hun gesprekken afluisteren?
Sommige vraagstukken en problemen wist ze, los je niet op in je bewustzijn door er op te blijven kauwen. Soms moet je het aan je onderbewuste overlaten om alle informatie te absorberen en met een ingeving te komen. En voor Janneke was Tai Chi een goede vorm van meditatie om haar onderbewuste aan het werk te zetten.
Ze stond midden in de woonkamer in haar joggingpak in de grondhouding en begon een eenvoudige oefening. Benny keek vanaf de bank met een schuin oog naar haar. Met elke beweging maakte ze haar hoofd leger. Ze probeerde elke vraag te weren die in haar hoofd opkwam. "Hoe kan hij mijn telefoon afluisteren." En ze verlegde haar aandacht naar haar beweging, liet de vraag los. "Mobiele telefoons zijn makkelijk af te luisteren." Ze probeerde de gedachte naar de achtergrond te leiden, maar opstandig kwam hij weer terug. Na een aantal mislukte pogingen om haar gedachten te blokkeren, gaf ze het op en stopte abrupt met haar oefening. Ze haalde haar telefoonboekje uit het dressoir en liep de gang door naar de behandelkamer van Bas, waar hij zijn voetreflexpraktijk aan huis had. Ze liep naar de vaste telefoon, die ouderwets met koperdraadjes verbonden was aan de wijkcentrale van KPN, en draaide een nummer in Hilversum.
"Harrie" klonk het toen er werd opgenomen.
Ze had hem wel eens kort ontmoet, maar ze kende hem niet echt. Hij was de man die misschien kon helpen vanavond, maar ze wilde het liever niet direct aan hem vragen.
"Met Janneke", zei ze, "is Greet er?"
Aan zijn aarzeling merkte ze dat Harrie wist dat er wat speelde, maar hij zei niets. Hij riep Greet. Twee tellen later kwam ze aan de lijn.
"Greet, ik kreeg een ingeving" zei Janneke, "Harrie werkt toch bij de KPN? En hij heeft toch GSM masten aangelegd?"
"Ja, vroeger. Tegenwoordig doet hij glasvezel." antwoordde Greet. En ineens begreep ze waar Janneke naartoe wilde. "O, je bedoeld of Harrie misschien… Wacht even" zei ze en hield haar hand over de hoorn. Op de achtergrond hoorde ze gedempt de stemmen van Greet en Harrie, maar ze kon niet verstaan wat ze zeiden. Na een paar minuten keerde Greet terug aan de lijn.
"Hij heeft zelf geen toegang tot de systemen, maar hij heeft nog wel een netwerk binnen de divisie. Hij gaat wat mensen bellen." zei Greet.
Janneke zat weer achter haar notitieblok. Of Harrie met antwoorden kon komen wist ze niet. En ook niet of ze op tijd zouden komen. Toen het idee opkwam, leek het zo’n slimme ingeving, nu voelde ze alleen maar twijfels. Ze moesten een adres hebben, waar die HellBoy met Jeroen zat, niets anders. En een arrestatieteam.
Ze hield de chat in de gaten, maar het leek er niet op dat Hellboy doorhad dat ze met Greet op een vaste lijn had gebeld. Dat betekent dat hij hun waarschijnlijk alleen maar via hun mobiele telefoon af kon luisteren. Ze was ook nog even bang dat er in de pizza misschien een afluisterapparaatje zat, maar ze had niets kunnen vinden. Voor de zekerheid had ze de pizzadoos met envelop en alles in de schuur gedumpt.
"Adres Hellboy?" schreef ze in haar notitieblok en staarde peinzend voor zich uit. Ze zag maar een paar opties. Ze trok een lijn vanuit de tekst en schreef aan het uiteinde "GSM peilen (Harrie)". Daarna trok ze een tweede lijntje en schreef "via inschrijfgeld (Martijn)?" Uiteindelijk tekende ze een derde lijn: politie. De politie kon deuren openen die voor haar en Harrie gesloten bleven. Maar het risico was te groot dat Jeroen iets zou overkomen als ze de politie alarmeerde. Er was haar nog veel onduidelijk over de plannen van Hellboy, maar ze wist wel dat hij ze minutieus had uitgedacht.
Ze stond op en liep naar het kantoor van Bas. Benny volgde haar op de voet. Daar draaide ze het mobiele nummer van Martijn, organisatorisch verantwoordelijk voor 'De Blauwe Boon'. Ze ging er niet vanuit dat ook zijn nummer afgeluisterd werd, daarnaast had ze geen andere manier om hem te bereiken. De telefoon ging zes keer over en vlak voor haar hoop vervloog dat er nog werd opgenomen, klonk een donkere mannenstem over de lijn: "Met Martijn"
"Hallo Martijn, met Janneke. We hebben een probleem"
Janneke had ruim een kwartier met Martijn gebeld en na de eerste schok had hij constructief meegedacht, maar de kans dat hij het adres van Hellboy kon achterhalen was gering. Alle communicatie met deelnemers verliep per e-mail, eigenlijk hadden ze alleen van de winnaars een adres in verband met de publicatieovereenkomst van het winnende verhaal. Via de inschrijving zouden ze wel achter de echte naam kunnen komen en Martijn zou vanavond nog in de administratie duiken. De politie was ter sprake gekomen, maar ze had hem kunnen overtuigen om af te wachten tot Jeroen vrij was en eerst te ontdekken of Hellboy een troef achter de hand hield.
Janneke keek op haar horloge. Ze rolde de bureaustoel van Bas wat naar achter en overzag zijn opgeruimde bureau. Het zal niet lang meer duren voor Ingrid en Hugo zich zouden melden over hun voortgang. Misschien was het allemaal vergeefse moeite, want Martijn had door laten schemeren dat hij desnoods dit jaar de vijf beste verhalen niet zou publiceren.
Ze schrok van de rinkelende telefoon op het bureau voor haar. Dat moest Greet zijn! Blij nam ze op.
"Ik hoop dat je goed nieuws hebt, dat kan ik wel gebruiken" zei Janneke.
"Och meid, wees voorzichtig. Hij is bij jou in de buurt. Het toestel is verbonden met een mast in jouw wijk."
Janneke schrok. De eerste gedachte die door haar hoofd schoot was: "Hij heeft ontdekt dat ik op onderzoek uit ben! Hij weet van Greet, van Martijn! Straks staat hij hier voor de deur."
"O wacht", zei Greet, "Er komt een bericht binnen van Hugo"
"Mijn mobiel ligt in de woonkamer" zei Janneke, "Ik spreek je later"
Ze hingen op en Janneke rende naar de woonkamer. Haar hart bonsde in de keel. Benny kwam achter haar aangedraafd. "Kom Benny" zei Janneke en tikte met haar hand op de bank om de hond te lokken. Ze wilde hem zo dicht mogelijk bij zich hebben.
Hugo appte buiten de jury groep om naar Ingrid, Greet en haarzelf. Ze vermoedde dat het niet uitmaakte en dat Hellboy het toch wel kon zien. Ingrid en Hugo waren een heel eind gekomen. Hij vertelde dat de stijl was verbeterd, de dialogen waren herschreven en het plot was iets aangepast, waardoor er meer spanning in zat. Of Greet en Janneke het nog eens door konden nemen. Janneke wilde net een antwoord typen, toen ze naar Benny keek, die naast haar op de bank lag en alert luisterde naar een geluid van buiten dat ook zij gehoord had.
Het leek alsof ze gemorrel aan de achterdeur hoorde. Zat die op slot? Ze wist het niet. Meestal was die open als ze thuis was. Ze greep instinctief naar haar breitas die in het hoekje van de bank lag. Haar ogen waren gefocust op de donkere gang naar de achterdeur terwijl ze blind grabbelde naar een paar stevige en scherpe breinaalden. Met in elke hand een nummer 11 sloop ze op haar tenen naar de achterdeur. Er brandde geen lamp in de gang. Ze zag achter het reliëfglas van de achterdeur een donkere figuur gebogen staan, die de klink langzaam naar beneden drukte en de deur opentrok. Jannekes ogen werden groot van ontzetting en met een luide strijdkreet stormde ze naar voren en stootte beide breinaalden met kracht in de torso van de indringer. Aan het gegil hoorde ze dat ze doel had getroffen. Maar ze herkende die stem. Gehaast deed ze het licht aan. Voor haar, inmiddels op zijn knieën en met de armen om zijn middel geslagen, kermde Bas van de pijn. "O mijn god, wat heb ik gedaan?" dacht Janneke.
"Bas!" riep ze, "Bas!" en ze probeerde hem overeind te helpen. Ze ondersteunde hem terwijl ze hem naar de woonkamer mee sjorde. Pas nu kwam Benny eraan en liep zijn baasjes voor de voeten.
"O schat, sorry, sorry, ga gauw zitten" zei ze terwijl ze hem op de bank liet zakken. Bas had zijn jas open gedragen en de breinaalden hadden zijn T-shirt doorboord en waren bijna tien centimeter zijn buik binnengedrongen. Desondanks bloedde hij niet heel hevig.
"Ik bel een ambulance" zei ze en ze rende naar de vaste lijn op kantoor.
Even later kwam ze terug. Benny likte de hand van zijn baasje en Bas schermde met zijn andere hand zijn wonden af.
"Ik dacht dat je Hellboy was" zei Janneke.
"Wat?" vroeg Bas verbaasd.
Janneke ging naast hem zitten en vertelde wat er die avond gebeurd was. En toen ze klaar was vroeg ze "En jij, waarom ben jij nu al terug dan?" Ze herinnerde zich dat hij haar vanavond een paar keer had proberen te bereiken.
"Willem is gestruikeld en lelijk terecht gekomen. Hij moet een nachtje in het ziekenhuis blijven. En ik maakte me zorgen om jou, daarom ben ik alvast naar huis gegaan."
Janneke was vertederd door zijn verhaal. Ze omhelsde zijn hoofd en gaf hem een zoen op zijn slaap.
"Voorzichtig" zei hij.
De blauwe gloed van de zwaailichten weerkaatste tegen het plafond in de keuken en Janneke liep alvast naar de voordeur. Ze had de deur al geopend en zag één van de broeders met zijn rug naar haar toe bij de buurman aanbellen op nummer 86. Zijn collega rommelde nog iets achter in de ambulance.
"U moet hier zijn" riep Janneke. De broeder draaide zich verbaasd om en keek op de display van zijn tablet.
"Oh ja, nummer 88" zei hij, "Excuus mevrouw".
"Benny, kom Benny" riep Janneke naar Benny die langs haar naar buiten glipte.
Achter de broeder ging een lamp aan en de deur ging open.
"Wat is hier aan de hand?" vroeg de buurman.
Janneke glimlachte verontschuldigend naar hem. Nu zij hem zo van dichtbij zag, schrok ze van zijn slechte conditie. Zijn huid was grauw en hij was zo broodmager als een junk. Zijn bulldog ontsnapte langs zijn benen en rende grommend op Benny af. Die twee konden elkaar niet luchten of zien en ook Benny blafte en ze stonden vijandig tegenover elkaar.
"Benny af, naar binnen" riep Janneke en trok aan zijn halsband. Dat was voor de Bulldog een teken om een uitval te wagen. Met een lage stem gromde Rico tegen zijn hond: "Joran, naar binnen."
De dikke Bulldog verdween gedwee de woning in.
Janneke bevroor van de klank van zijn stem. Het hese gebrom van Rico leek sterk op dat van Hellboy. Maar hoe goed kon je een stem herkennen als het verdraaid werd en fluisterde? Leken alle stemmen dan niet op elkaar? Ze draaide haar hoofd om en keek Rico recht in zijn ogen. Die keek uitdrukkingsloos terug. Toen draaide hij zich om en liep naar zijn voordeur.
"Rico?" vroeg Janneke. Het liefst wilde ze vragen of hij Hellboy was, maar dat kon natuurlijk niet. Maar ze moest hem op de een of andere manier aan de tand voelen. En nu over zijn gezondheid een praatje aanknopen, terwijl haar man gewond binnen lag, voelde ook vreemd. "Heb jij iets vreemds gezien of gehoord vanavond?" vroeg ze tenslotte.
"Nee" zei Rico zonder omkijken en hij stapte snel over de drempel.
Het klopte niet wat Rico deed, er zo snel mogelijk tussen uit knijpen als er sensatie te beleven was. Voor hij de deur kon sluiten had Janneke een spurt genomen en haar voet tussen de deur gestoken. Ze schrok zelf van haar impulsieve actie. Rico was overdonderd en duwde de deur hard tegen haar voet.
"Haal je voet weg" gromde hij met hese stem.
Weer hoorde Janneke de gelijkenis met Hellboy en ze raakte meer overtuigd.
Bas was inmiddels naar de deur gestrompeld om te kijken waarom het zo lang duurde. De broeder zag zijn verwondingen en ontfermde zich over de patiënt.
"Haal je voet weg" herhaalde Rico en hij stampte met zijn hak op haar voet.
"Au, doe normaal man" riep Janneke uit en ze beukte met haar schouder tegen de deur. Het hout sloeg tegen zijn voorhoofd aan en hij vloekte het uit.
"Kutwijf!"
"Klootzak"
Toen hoorde Janneke gesmoord, maar toch duidelijk verstaanbaar uit het huis: "Janneke! Help! Janneke"
"Jeroen?" riep Janneke de gang in, "Jeroen!"
Bas zag het gebeuren terwijl hij met zijn T-shirt omhoog voor de broeder stond. Hij wist niet precies wat zich bij Rico voor de deur afspeelde, maar wel dat hij zijn vrouw moest helpen. Hij strompelde naar het gevecht toe dat zich op nog geen vijf meter van hem afspeelde. Hij duwde hard tegen de deur en Rico viel naar achteren de gang in. Toen Rico weer tevoorschijn kwam, drukte hij Bas een taser in zijn hals. Bas viel schokkend op de grond.
Met een gil sloeg Janneke tegen Rico’s pols. Die knikte tegen de rand van het deurkozijn en met een schreeuw liet hij de taser uit zijn hand vallen. Met een hoge trap raakte ze hem met haar hak op zijn kin. Ze hijgde en wachtte met gebalde vuisten af wat ging komen, maar Rico lag met gesloten ogen onderuit in de gang. Ze hoorde een ambulance medewerker via de portofoon een oproep doen:
"Centrale, hier 2186, graag met spoed politieassistentie naar de Botervlinder 88 in Amersfoort. Over."